Een bekend verhaal uit de Lotus soetra vertelt over de huishouding van een landhuis waarvan
de heer een tijd op reis gaat. Een van de bedienden neemt in zijn afwezigheid zijn plaats in.
Deze is het ego. En in de loop van de tijd begint het ego te geloven dat het zelf de heer des
huizes is. Als de heer des huizes na zijn reis terugkeert, vindt hij het ego op zijn plaats in het
centrum van zijn huishouding.


In werkelijkheid is de heer des huizes nooit weggegaan. Hij is degene die nu deze woorden
leest. Als je denkt, ‘Dat ben ik!’, dan ben je eigenlijk al te laat. Het ik komt altijd te laat. Het
bestaat immers alleen in de reflectie en in het gewaar zijn. De heer des huizes ontdekken we
voorafgaand aan de reflectie en het gewaar zijn. Hij is de open aanwezigheid waarin wat we
horen, zien, proeven, voelen, lezen, denken en gewaar zijn opkomen. Ja, ook de reflectie komt
op in deze aanwezigheid, en het ego. Op dit moment is het het ego dat deze aanwezigheid
opeist en stelt dat hij het is die deze woorden leest.


Als het ego gaat geloven dat hij alles doet en is, dan lijkt de heer des huizes verdwenen. Het ik
denkt dat als hij het niet doet, het niet gebeurt. Het ik denkt dat hij het is die voelt, luistert, ziet,
ademt, loopt, zit en denkt. Het ik denkt dat jouw hele bestaan om hem draait. Dat is hoogst
merkwaardig, aangezien het ik uitsluitend in een gedachte bestaat. Het ik is niet hetgeen dat
mijn leven leidt. Het is een van de vele kwaliteiten die mijn leven rijk is en dat mijn leven nodig
heeft om te functioneren.


Ofschoon het ik hardnekkig meent dat hij alles doet en is en ofschoon het een verbeten strijd
voert tegen zijn fundamentele onbestendigheid, komen er op een dag toch veel momenten van
egoloosheid voor. Dit zijn momenten waarop we samenvallen met wat we doen en onszelf
vergeten in de handeling. Dit gebeurt bijvoorbeeld tijdens het hardlopen, dansen, luisteren naar
muziek, fietsen, musiceren, zwemmen, de liefde bedrijven, lezen, mediteren, schrijven,
enzovoort, enzovoort. Het zijn momenten waarop er precies is wat we doen. Het lopen loopt.


Muziek luistert muziek. Het lezen leest. Het zijn momenten van moeiteloze aanwezigheid. Het
zijn momenten die het ego zich gretig toe-eigent, maar altijd achteraf. Kijk, dit heb ik toch weer mooi geschreven!


Dit zijn momenten van egoloosheid en wat zich in deze momenten toont, is de onbegrensde
achtergrond waartegen mijn leven zich afspeelt. Een achtergrond die niets uitsluit. Een
achtergrond die draagt. Voor het ego zijn deze momenten ondermijnend. Ze tonen dat het ego
niet mijn leven leidt. Het ik is niet meer dan een instrument in dienst van degene die nu deze
woorden leest. Het is geen onbelangrijk instrument, want de heer des huizes zou zijn luiers niet
zijn uitgekomen zonder het ik.


Het zou heilzaam zijn voor alle dienaars in de huishouding als het ik zijn eigen plaats weer zou
innemen. Ze zouden immers meer ruimte krijgen om te functioneren op de plek die hen
toebehoort. Vraag het aan je kijken, je luisteren, je handelen en elke emotie die je leven kleurt
en je zult ze horen zuchten onder het paranoïde leiderschap en de verstikkende controle van
het ik. De bodhisattva gelofte van het mahayana -boeddhisme begint bij mij: hoe talloos de
kwaliteiten van mijn leven ook zijn, ik beloof ze alle te bevrijden – van mezelf. Hoe doe ik dat?
Door mijn leven toe te vertrouwen aan het functioneren van mijn kwaliteiten, inclusief het ego en
het toe te vertrouwen aan de momenten dat ik er niet ben en er iets anders werkt in mijn
bestaan, de momenten van egoloosheid.

Categories: Cybermonnik