Er is niets wat je meditatie kan vertroebelen. Het oog van je meditatie ziet altijd. Het straalt uit
elke porie van je lichaam en zorgt ervoor dat je weet dat je droomloos hebt geslapen, of dat je
hebt zitten suffen, of totaal was bevangen door je gedachtentreinen, of straalbezopen. Het oog
van je meditatie slaapt nooit. Het staat wijd open en ontvangt, onophoudelijk en ongehinderd,
als een onbegrensde, gevoelige plaat.
Het oog van je meditatie ziet echter heel helder wat je aan je lichaam en geest toevoegt. Het
eten van een stevige maaltijd voorafgaand aan je meditatie, het drinken van koffie of alcohol,
het roken van een sigaret vertekenen en verkleuren het landschap van je geest. Om de
werkelijkheid en je leven in een neutrale toestand te onderzoeken, is het verstandig om zo
weinig mogelijk aan je meditatie toe te voegen. Alles wat je aan je meditatie toevoegt, toont je
wat je met je leven doet en geeft precies datgene aan je terug wat je erin hebt gestopt.
Aangezien de werkelijkheid geen solide, substantieel gegeven is, is dit de werkelijkheid van je
leven.
Omdat je in je meditatie terugvindt wat je erin stopt, is je meditatie een treffende bekrachtiging
van je leven op dit moment. Als je er antidepressiva instopt, vind je een leven terug waar de
scherpe kantjes vanaf zijn. Dit wil niet zeggen, dat je niet de ware aard van de werkelijkheid
kunt ontdekken: het feit dat wat je ziet, wat je hoort, wat je voelt en wat je denkt onbepaald is,
open, leeg. Het ‘wat’ uit de vorige zin, de vorm, kan echter wel eens minder scherp zijn. Dit
betekent niet dat je meditatie daarmee troebeler is. Ze geeft je exact je leven terug zoals het is.
De combinatie van meditatie en het gebruik van antidepressiva roept voor mij wel een vraag op.
Wanneer antidepressiva ontbrekende of teveel geproduceerde chemische stoffen in je brein
moeten compenseren, dan lijkt het me verstandig om antidepressiva te gebruiken. Maar
wanneer antidepressiva worden ingenomen om een depressie in je leven te neutraliseren, dan
vraag ik me af wat je met je meditatie beoogt. Meditatie ondersteunt een houding van
ontvankelijkheid. Een houding van ontvankelijkheid staat haaks op een streven om ergens
vanaf te komen. Wanneer meditatie fysiek wordt beoefend, geaard zittend met je gehele lijf, dus
niet louter met je hoofd, beschik je over een stevige basis om te ontvangen en verteren wat zich
in je leven voordoet. Het loont de moeite om een depressie op grond van deze fysieke basis te
ontvangen, uit te staan en wakker te doorleven. Je zou dan kunnen ontdekken dat een
depressie niet hard, statisch en zwart is, maar open, stromend en intelligent. Ze toont je
nauwgezet wat er in je leven speelt. Zo kun je een depressie teruggeven aan je leven en haar
toe-eigenen als een van de intelligente kwaliteiten waarmee je leven is uitgerust. Het is niet erg om depressief te zijn. Het is erg om aan een depressie te lijden. Antidepressiva heffen dit lijden
niet op, ze temperen het. Meditatie kan het lijden pacificeren door de depressie te omarmen en
te bekrachtigen: zo is het, dit is mijn leven en zo is het goed. Ook de nacht is een dag.