Onophoudelijk gebeuren de meest verschrikkelijke dingen met mensen. En deze dingen
gebeuren echt. Hier is niets illusoirs aan. En ze zijn verschrikkelijk. Hiermee is niets teveel
gezegd. Het is voorbarig om je vooraf zorgen te maken over zaken die nog niet zijn gebeurd en
die zouden kunnen gebeuren. Dan wordt het tijd om meer te zakken in je lichaam, van je
voorhoofd naar je onderbuik en je voetzolen, en te leven met je gehele lijf. Maar als het
onverteerbare gebeurt en het betreft jou, dan is het de meest natuurlijke zaak van de wereld om
je daar zorgen over te maken. Hoe kun je bij zulk een zorg zorgeloos zijn?


De stroom aan zorgen wanneer het verschrikkelijke me toevalt is het vrije functioneren van het
altijd wakkere principe in mijn leven, de Boeddha, de Ontwaakte. Juist omdat ik wakker ben,
weet ik wat er gaande is en weet ik wat dit impliceert. Mijn toekomst, heden en verleden
verschijnen in dit niet aflatende, herfst-heldere licht. Het natuurlijke functioneren van dit
schitterende licht in mijn vlezige voertuig maakt dat ik me zorgen maak. En terecht. Ik zie mijn
leven en dat van de mijnen die van mij afhankelijk zijn in het klare licht van de verschrikking dat
me ontzet. Ik schrijf ‘ontzet’ in de dubbele betekenis van het woord. Mijn vrije functioneren
betreft het me volstrekt onzeker voelen over de toekomst en me zorgen maken. Zou ik tegen
deze stroom van zorgen ingaan, dan leg ik mezelf nog meer last en leed op dan ik reeds heb.
Geef ik mezelf daarentegen de ruimte om me zorgen te maken en bekrachtig ik mijn zorgen als
mijn in wijsheid functioneren binnen deze gegeven situatie, dan ben ik helder en vrij. Zorgen
baren is OK.

Naast het vrije functioneren van mijn wijsheid in de vorm van zorgen baren is er nog iets anders
waar ik ruimte voor moet creëren. Ik zal moeten buigen voor mijn leven zoals het is. Ik zal mijn
leven moeten ontvangen zonder het mijn voorwaarden op te leggen. Ik zal het onverteerbare
moeten verteren. Ik zal het onmogelijke moeten doen.


Hiermee bevinden we ons in het hart van de boeddhistische beoefening. Dat ik mezelf
misschien beter kan concentreren, of dat ik meer aandachtig ben, dat ik kan denken wat ik wil
denken, of mezelf beter kan ontspannen, is niet onbelangrijk en het is mooi meegenomen, maar
uiteindelijk is het niet waar de beoefening om draait. Als je door de verschrikking wordt
getroffen, dan weet je dit. De beoefening draait om de vraag of ik bereid ben om mijn leven te
leven precies zoals het is. Deze bereidheid vereist niets meer en niets minder dan het
onvoorwaardelijke: ik zal een voor een mijn voorwaarden waaronder ik mijn leven wil leiden
moeten opgeven. Ik kan niet meer sjoemelen met mijn bestaan. Als het verschrikkelijke me
aanstaart, doen mijn voorwaarden er niet meer toe. Dan zal ik het onverteerbare moeten
verteren.


Voorwaarden die ik mijn leven opleg zijn bijvoorbeeld, ik wil mijn leven leiden, maar dan moet
het geen pijn doen. Of, dan moet ik kunnen doen wat ik wil doen. Of, dan moet ik weten wat
mijn leven is, wie ik ben. Of, ik wil mijn leven leiden, maar dan moet het goed zijn. Of, zonder
gedoe. Ik wil wel geven, maar dan moet ik er iets voor terugkrijgen. Mijn leven moet zijn zoals ik
het wil. Maar mijn leven is niet zoals ik het wil. Het is precies zoals het is. En soms is dat
verschrikkelijk. Verzet tegen het onverteerbare is een natuurlijke reactie, maar blijven hangen in
mijn verzet is wat de Boeddha typeerde met zijn eerste edele waarheid als ‘dit leven is lijden’. Ik
voer een onmogelijke strijd… tegen mezelf.


Er staat me spiritueel gesproken dus een ding te doen en dat is buigen, buigen, buigen. Buigen
voor mijn leven precies zoals het is. Buigen voor de horror die mijn leven is binnengedrongen.
Buigen voor de nacht. Buigen voor de hel die ik betreed. Buigen voor mezelf, voor wat ik in mijn
meest verschrikkelijke gedaante ben. De verschrikking is mijn leven. En als mijn lichaam het me
toestaat, is het fysieke buigen, boeddhistisch gesproken ‘het horizontaal maken van het ego’,
met mijn voorhoofd op de grond, een waarachtig openende oefening. Ik stel mezelf in staat te
ontvangen. Mijn leven te ontvangen zoals het is. Iets gaat zijn gang en ik ben het niet, en dat zal
ik moeten slikken. Niet ik ben de baas, maar ik dien de Meester die nu deze woorden leest.


Mocht ik niet fysiek kunnen buigen, dan kan ik mijn buigen visualiseren. Beeld jezelf in dat je
met je lichaam naar de grond gaat, en weer overeind komt, en weer naar de grond gaat, keer
op keer. En beeld jezelf dit in met een wakkere lichaamshouding, met een rechte rug. Fysiek of
mentaal buigen is een prima oefening om ruimte te creëren voor het zelfsturende proces waarin
het onverteerbare wordt verteerd. En dit gebeurt met vallen en opstaan. Met vastklampen en
loslaten. Met verzengend verzet en landerige luwte. In dit proces van belasten en ontlasten
breekt als in een metaalmoeheid op een onbewaakt ogenblik de drager af. In het verteren van
het onverteerbare ben ikzelf verteerd. Het is OK. Het is goed om mijn leven te leiden precies
zoals het is. Het is alles wat er is. En als het verschrikkelijk is, dan is het verschrikkelijk. En
zorgwekkend.

Categories: Cybermonnik