Om jezelf boeddhistisch te profileren op je werk hoef je geen moeite te doen. Je kunt het niet
helpen dat jouw beoefening van een boeddhistische praktijk, bijvoorbeeld meditatie, in je
dagelijkse leven haar uitwerking heeft. Het is misschien niet de uitwerking die jij verwacht, maar
het werkt ontegenzeggelijk door in je dagelijkse handelen. Zoals een naaktslak zijn slijmspoor
achterlaat, drukt jouw boeddhistische beoefening zich uit, waar je ook bent en in wat je ook
doet. Een boeddhistisch gezegde stelt: over de Dharma hoef ik me geen zorgen te maken, de
Dharma zorgt voor mij. Aangezien onze werkplek ons al genoeg zorgen baart, laten we de
Dharma graag voor zichzelf zorgen.
Ik zou bovenstaande vraag daarom willen bijstellen. Niet ‘Hoe kun je jezelf boeddhistisch
profileren op het werk?’, maar ‘Hoe breng je je boeddhistische beoefening naar je werkplek?’
Nu zijn er talloze vormen van boeddhistische beoefening die in een grote verscheidenheid aan
tradities worden doorgegeven en beoefend. Al die oefeningen zijn werkelijk anders, van
mindfulness tot zen meditatie en van mantra recitatie tot het aanroepen van de Boeddha’s
naam. Toch is er een overkoepelend kader dat al deze zo totaal van elkaar verschillende
oefeningen tot boeddhistische oefeningen maakt. Dit is het kader van de vier edele waarheden.
Deze vier waarheden worden door alle boeddhistische tradities als typisch boeddhistisch
beschouwd. Ze volgen een oeroud medisch behandelingstraject dat tot op de dag van vandaag
effectief is gebleken: het stellen van de diagnose (eerste waarheid), het vaststellen van de
oorzaak van ons onwel bevinden (tweede waarheid), het formuleren van de
behandelingsdoelstelling (derde waarheid) en de behandeling (vierde waarheid). Als we dit
behandelingstraject vertalen naar onze werkplek, komen de contouren van een typisch
boeddhistische beoefening op je werk in zicht.
De diagnose die we op onze werkplek kunnen stellen is dat ons leven daar bij tijd en wijle stokt.
Dat wil zeggen, het loopt niet lekker, er loopt iets aan, er wringt iets en er wrijft iets, je
functioneert niet meer vrijelijk. Dit stokken voel je in eerste instantie in je lichaam. Je voelt druk
op je voorhoofd. Een klem in je nek. Een knoop in je buik. Een paard op je borst. Een juk op je schouders. Je knieën zitten op slot. Je benen voelen aan als pap. Je voelt je beperkt in je
handelen, bent minder creatief en voelt je opgejaagd. Je voelt je meer en meer losstaan van
jezelf en bent niet meer thuis op je werkplek.
Boeddhistische beoefening bestaat erin om deze signalen van onwel bevinden bij jezelf op te
merken. Dat vraagt iets van je. Je zult jezelf immers moeten openen voor zaken die jou
betreffen en niet prettig zijn. Je sensitiviteit, ontvankelijkheid en openheid groeien door je
beoefening thuis of in een groep, op je stoel, kussen of meditatiebankje. Op je werkplek pluk je
moeiteloos de vruchten van jouw beoefening, alleen niet zoals jij het misschien had verwacht.
Je beoefening op je werkplek begint met pijn, onmiddellijk gevoeld in je lichaam. Au! Het stokt!
Hier begint je boeddhistische praktijk op de werkvloer.
De oorzaak van je onwel bevinden op je werkplek is ook geen feest om te erkennen, want deze
betreft jouw verhouding tot de situatie. Dat het stokt op je werk heeft te maken met wat jij doet
of niet doet. Misschien spreek je jezelf niet uit? Misschien maak je jezelf kleiner dan je bent?
Misschien deins je in bepaalde situaties terug en ben je er even niet? Of misschien dender je
door een situatie heen als een dieseltrein. Misschien overschreeuw je jezelf en heb je daardoor
geen contact meer met de situatie. In het algemeen wordt het stokken van mijn functioneren in
een werksituatie veroorzaakt door mijn verzet en weerstand tegen wat er in die situatie speelt.
Verzet en weerstand uiten zich in ofwel te veel doen, ofwel te weinig.
De behandeldoelstelling bestaat erin dat ik loslaat wat ik doe of niet doe en terugkeer naar de
werksituatie zelf. Hiertoe zal ik me allereerst moeten realiseren wat ik zelf doe in een
werksituatie waarin mijn functioneren stokt. Een ondersteuning voor deze realisatie vormt
wederom mijn meditatiebeoefening thuis of in een groep. Het valt echter niet mee om de
oorzaak bij mezelf te zoeken, terwijl de schijn wil dat de ander schuld heeft en ik slachtoffer ben.
Zou dit laatste echt het geval zijn, dan kan ik de situatie niet veranderen. Maar als ik me
realiseer wat ik zelf doe in een werksituatie en ik me dit werkelijk helder bewust ben, dan ben ik
mogelijk in staat om dit los te laten en terug te keren tot de werkvloer, de concrete situatie
waarin ik me bevind. Dan is transformatie mogelijk.
Terugkeren tot de concrete situatie waarin ik me bevind, betekent dat ik terugkeer naar mijn
lichaam. Wat ik doe of niet doe in een situatie drukt zich uit in mijn lichaamshouding. Wanneer ik
me realiseer wat ik zelf doe in een situatie en dit loslaat, kan ik mijn lichaam bewegen naar een
houding van aanwezigheid.
Als boeddhistisch beoefenaar weet ik uit ervaring wat het is om een houding van aanwezigheid
aan te nemen: rug recht, borst open, hoofd recht boven de schouders, ogen en oren open,
knieën niet op slot, je bekken gekanteld. Als je deze minimale verandering van lichaamshouding
toepast tijdens een vergadering of een gesprek op je werk, verandert de situatie waarin je je
bevind ingrijpend. Ineens ben je er weer. Aanwezig. Ook voor de anderen. Ontvankelijk, open,
vrij. In een situatie die intiem is verbonden met jouw leven, jouw aanwezigheid, jouw lichaam.
Andere manieren om terug te gaan naar een houding van aanwezigheid, zijn het volgen van je
ademhaling of het ademen naar je onderbuik toe. Of zelfs licht energetisch werk, zoals het
stampen met je voeten op de trap, het werkelijk met je zitbeentjes in een stoel gaan zitten, of
het bewust stem geven als je spreekt. Ook hier is je meditatiebeoefening thuis ondersteunend:
op basis van jouw beoefening weet je wat het is om werkelijk aanwezig te zijn en weet je
wellicht ook hoe je naar je lichaam kunt terugkeren.
Als je echt aanwezig bent in je werksituatie stroomt het. Je functioneren is vrij, je beperkt jezelf
geenszins, je werkt afgestemd op de situatie waarin je je bevindt en brengt haar verder tot
ontwikkeling. Tot het weer stokt… Want ook voor boeddhistische beoefening op je werkplek
geldt: oefenen is telkens weer opnieuw beginnen. Van stokken naar stromen. En van stromen
naar stokken. Eindeloos.