Wat kunnen we ons nu concreet voorstellen bij een lege geest? Is dit een geest die is
vacuümgetrokken? Is dit een verdoofde geest? Is hij een duffe geest? Of een afgestompte
geest? Is hij een geest waarin niets meer omgaat? Een geest zonder gedachten? Het lijkt me
onwaarschijnlijk dat zo’n geest het doel is van boeddhistische meditatie. Het boeddhisme
beoogt geen afstompen. Het beoogt ontwaken, wakker zijn, aanwezig zijn, met alle kwaliteiten
die we daartoe tot onze beschikking hebben, ook ons denken.
Voor een deel ligt de oorzaak van de onduidelijkheid over wat we kunnen verstaan onder een
lege geest in de vertaling van het Sanskriet begrip sunyata. Dit kernbegrip uit het Grote Voertuig
boeddhisme gaat terug op de Sanskriet wortel ‘su’, dat ‘zwellen’ betekent. Het abstract
naamwoord sunyata betekent dan letterlijk: ‘betrekking hebbend op het gezwollene’. Sunyata
wordt vaak vertaald met ‘leegheid’, in de zin dat alle dingen ‘leeg’ zijn van een eigen bestaan.
Ze bestaan niet op zichzelf; ze zijn voor hun bestaan totaal afhankelijk van al het andere dat
bestaat. Er zit derhalve niets in dat duurzaam of wezenlijk is, geen essentie, geen substantie.
Toch kunnen we sunyata beter vertalen met ‘openheid’. We kunnen niet bepalen wat de dingen
zijn. We kunnen ze benoemen, aanduiden, maar we kunnen er niet de vinger opleggen. ‘A rose
is a rose is a rose.’ De dingen zijn onbepaald, open.
Een lege geest is dus feitelijk een onbepaalde geest. Ten eerste weten we niet wat onze geest
is. Ten tweede kunnen we het begin en het einde van onze geest niet bepalen. Waar begint
onze geest precies en waar houdt hij op? Hoe ver reikt onze geest eigenlijk? Kunnen we de
geboorte van onze geest bepalen? Kunnen we de dood van onze geest bepalen? Ten derde is
alles wat in onze geest verschijnt, precies zoals het is, maar wat is het? Het boeddhisme zegt:
‘Het is zo’, in het Sanskriet tathata, ‘zoheid’, maar wat is het dan precies? Dat weten we niet, het
is zo: onkenbaar, ongrijpbaar, onverwoordbaar, niet te bepalen, open, zo.
Een lege geest is een open geest, een geest die niets uitsluit, maar alles omvat en naast elkaar
laat bestaan. Sluit een open geest standpunten uit? Geenszins. Maar een open geest wordt niet
door een standpunt beperkt. In een open geest verschijnt de situatie precies zoals ze is en in
een open geest verschijnt wat ik vind van de situatie en wat ik ermee wil. Uit het spanningsveld
dat tussen beide bestaat, ontspruit op onbegrijpelijke wijze een handeling. In een gesloten geest
is er voor de situatie zoals ze is geen plaats. Er zijn uitsluitend mijn wil en mijn weten. En mijn
wil en mijn weten zijn wet. Mijn wereld is gesloten als een grafzerk.
Een open geest is een vrije geest en met vrije geesten hebben we moeite. Ze doen namelijk
niet wat we verwachten dat ze doen. En ze zijn inconsequent. De ene keer nemen ze vol
overgave een standpunt in, dat ze een andere keer weer even gemakkelijk loslaten. Een open
geest is een geest die nergens verblijft. Hij is intiem met de situatie, hij is intiem met de persoon
waarin hij is geïncarneerd en zijn handelen is onvoorspelbaar, onbepaald, open. Is het willekeur
dat de open geest drijft? Nee, het is een afgestemd zijn. De open geest wordt bezield door alle
krachten die in een situatie spelen, inclusief de kracht van het ik en diens staan voor zijn zaak.
Wat uit deze fusion van krachten als handeling naar voren komt is onvoorspelbaar, maar altijd
afgestemd op de situatie als een geheel. De ene keer verdedigt de open geest met verve zijn
standpunt. Een andere keer gaat hij in zijn handelen recht tegen zijn eigen standpunt in. Een
derde keer neemt hij een totaal ander standpunt in. Een open geest volgt geen dogma’s.
Vreemd genoeg blijft de open geest trouw aan zichzelf, integer, waarachtig, al is het volstrekt
onduidelijk wat dit zelf nu eigenlijk is.