Veel vormen van boeddhistische meditatie worden gekenmerkt door dezelfde dynamiek. Je
dwaalt af in je gedachten, je ontwaakt uit waar je in je hoofd mee bezig bent en je keert terug
naar wat is: dit, hier, nu. Om vervolgens weer af te dwalen in gedachten, hieruit na verloop van
tijd te ontwaken en terug te keren naar wat is. In deze eindeloze pendelbeweging tussen wat is
en wat ik er in mijn hoofd van maak, ontwikkelt zich ongemerkt en buiten mezelf om een
onderscheidingsvermogen. Dit stelt me in staat helderder onderscheid te maken tussen wat is
en wat ik daar in mijn hoofd mee doe. Het wordt prajna, ‘wijsheid’ genoemd.


Wat me kan helpen om te ontwaken uit de bevangenheid door mijn gedachten is een
voornemen, bijvoorbeeld het voornemen om voor een half uur met een rechte rug op een
kussen of een stoel te zitten en mijn uitademingen te tellen. Wanneer ik me in de mist van mijn
bevangenheid herinner wat ik me aan het begin van mijn meditatie heb voorgenomen, ontwaak
ik uit mijn muizenissen en geef ik mezelf de gelegenheid om terug te keren naar het tellen van
mijn uitademing. Hiermee ben ik terug bij wat is. Daarna reis ik weer af in mijn gedachtentrein
naar toen, dan en elders.


Het regelmatig ‘beoefenen’ van deze dynamiek van afdwalen en terugkeren en weer afdwalen
en terugkeren, legt een basis voor meditatie in mijn dagelijkse bestaan. Ik schrijf ‘beoefenen’,
maar feitelijk doe ik niet zo veel. Zelfs het herinneren van mijn voornemen doe ik niet. Dat
gebeurt. Of niet. Het enige wat ik doe, is me iets voornemen en gaan zitten met een rechte rug.


Wat meditatie in mijn dagelijkse leven betreft, is het denk ik zaak om zo normaal mogelijk te
doen. Ik hoef van mijn dagelijkse bestaan niet iets anders te maken dan wat het is. Laat ik
gewoon in mijn eigen tempo de afwas doen en mijn maaltijd eten zoals ik dat gewend ben. Over
vaste patronen gesproken… Eigenlijk gaat het niet om integratie van meditatie in mijn dagelijkse
bestaan, alsof ik iets van buiten mijn leven aan mijn leven toevoeg. Kan ik zien dat mijn
dagelijkse bestaan meditatie is? Beide zijn niet van elkaar te onderscheiden.


In mijn dagelijkse bestaan is het belangrijk om af en toe een pauze te laten vallen in de film die
in mijn hoofd draait. Het geeft ruimte om zo nu en dan te ontwaken uit de bevangenheid door
mijn gedachten en aanwezig te zijn. Wat die aanwezigheid betreft, daarvoor hoef ik niets te
doen, want ik ben aanwezig, altijd en overal. Maar om werkelijk aanwezig te zijn, is het zinvol
even uit de trein van mijn gedachten te stappen en terug te gaan naar wat is. Ik kan hiermee
beginnen als het stokt. Als er iets in mijn bestaan aanloopt. Dan weet ik namelijk dat ik niet echt
aanwezig ben. Ik heb me uit de situatie teruggetrokken, een onderscheid gecreëerd, afstand
geschapen en ik vaar blind op mijn vaste patronen. Wanneer ik merk dat het stokt en ik ontwaak
uit mijn bevangenheid, kan ik voor even mijn ademhaling volgen. Of ik kan aarden, door bewust
met beide voeten op de grond te staan of met mijn billen in een stoel te zitten. Of ik beweeg
mijn lichaam een klein beetje naar een houding van aanwezigheid. Welke die lichaamshouding
is, kan ik je niet vertellen. Dat weet je zelf, je bent immers altijd aanwezig.


Als ik nu handel, handel ik als instrument in een situatie. Ik handel niet zonder het ik, maar ik
word niet door het ik bepaald en beperkt. Het is een handelen vanuit aanwezigheid, gedragen
en bewogen door wat is en niet door mijn vooringenomen ideeën, oordelen of vaste patronen.
Het stroomt en dit stromen staat me toe iets anders te doen, dan wat ik gewoon ben te doen.
Daarna spring ik weer op mijn gedachtentrein, totdat ik opmerk dat er iets stokt, ik ontwaak en ik
mezelf de kans geef om terug te keren naar wat ik ben. Aanwezigheid. Een moment van pauze.

Categories: Cybermonnik