In meditatie treedt vaak precies datgene naar voren, waar ik vanaf wil komen. Veel mensen die
met meditatie beginnen, kennen de ervaring dat ze meer rust in hun hoofd willen en dat ze
tijdens de meditatie juist ervaren hoe druk het in hun hoofd is. Wie in de meditatie aandacht wil
ontwikkelen, ontdekt dat het maar niet lukt om steeds aandachtig te zijn. Meditatie laat meer en
meer je verstrooiing zien. Of je ongeduld. Of je verveling. Wie probeert minder zelfingenomen
en egocentrisch te zijn, ervaart daarentegen in de meditatie meer zelfingenomenheid en
egocentrisme. Inderdaad, alsof meditatie contraproductief werkt.
Maar meditatie werkt noch productief, noch contraproductief. In meditatie herinner ik me beetje
bij beetje wie ik ben. Ik leer mezelf, sluier na sluier, zien zoals ik ben. Dit leerproces is geen
ontwikkelingsweg: ik word niet meer of minder dan wie ik ben. Eerder pel ik laag na laag af:
lagen van verwachting, hoop, weerstand, voorbehoud, ontkenning, vooronderstelling, maskers,
zelfbeeld en vet verzet. Ik laat gaandeweg los, waar ik door mijn meditatie vanaf wil komen. Ik
geef met vallen en opstaan op, wie ik zou willen zijn en wat ik zou moeten doen. En meer en
meer word ik wie ik ben. De vraag is, kan ik mezelf ontvangen zoals ik ben? En wat is daarvoor
nodig?
Liefdevolle aandacht produceer je niet. Als je het produceert, dan is het tijdelijk. Maar liefdevolle
aandacht is niet tijdelijk. Het is liefdevolle aandacht waarmee je naar je ongeduld kijkt. Het is
liefdevolle aandacht waarmee je ziet hoe druk je hoofd eigenlijk is. Het is liefdevolle aandacht
waarmee je ziet hoe verstrooid je eigenlijk bent en hoe lastig het is om steeds aandachtig te
zijn. Liefdevolle aandacht is niet iets wat ik tot stand breng. Liefdevolle aandacht is niet iets wat ik doe, of niet doe. Liefdevolle aandacht is wat ik ben. Eigenlijk leidt alles wat ik doe, of niet doe,
me af van wat ik ben, liefdevolle aandacht. Zelfs het ontwikkelen van, of het zoeken naar
liefdevolle aandacht, creëert een afstand tot de liefdevolle aandacht die ik reeds leef. Wat kan ik
doen?
Ik kan stoppen met waar ik mee bezig ben en teruggaan naar wat ik ben. En wat ik ben is een
wonderbaarlijk lichaam, dat van teen tot kruin en tot in elke porie van de huid is doordrongen
met liefdevolle aandacht. Een lichaam dat elk geluid hoort, elke vorm ziet, elke geur ruikt, elke
emotie voelt, elke gedachte denkt, met elke aanraking vibreert in een grenzeloze oceaan van
liefdevolle aandacht. Dit warme licht kan ik me herinneren als ik werkelijk incarneer in mijn lijf.
Behulpzaam hiervoor zouden kunnen zijn: het aandachtig volgen van mijn ademhaling, of van
mijn handelen, of van gedachten, het aandachtig reciteren van mantra’s, volgen van mandala’s,
uitspreken van heilige namen, of gewoonweg fysiek aanwezig zijn. Aandacht is hier geen doel
op zichzelf. Ze is een hulpmiddel om je dichterbij jezelf te brengen en je te helpen stoppen met
dolen, zoeken of streven. Zelfs naar liefdevolle aandacht.